Newspaper article in the NRC concerning the wreck of the ship ATLAS, stranded on 18 January
- Details
- Links
ID
419Record Type
Newspaper article
Date(s)
Permalink(s)
Source(s)
Stichting Maritiem-Historische Databank, Zoek in kronieken, Nieuwe Rotterdamsche Courant, 31-03-1859
Additional Notes
Please contact the project team (see About) if you have additional information relevant to this entry.
Transcription
Rotterdam, 30 maart. Het aan de Kaap de Goede Hoop verschijnende Volksblad van 19 februari behelst enige bijzonderheden omtrent het in de nabijheid van Struijs-baai verongelukte Nederlandse schip ATLAS, kapt. B. Bakker Gzn, met een lading suiker, rijst enz(ovoorts) van Java naar Rotterdam bestemd, waarvan wij in ons nommer van 26 maart melding maakten. Wij laten de inhoud hier woordelijk volgen:
Het gestrande schip ATLAS. Zo als onze lezers weten is dit Nederlandse vaartuig op de 18e januari ten oosten van Kaap Agulhas gestrand. De regering heeft een commissie benoemd om onderzoek te doen naar de omstandigheden die deze schipbreuk hebben vergezeld, bestaande uit de heren H. Wilson (havenkapitein), voorzitter; Thos. Tinlay; C.S. Poppe en J.C. Juta. Gisteren is het rapport van deze commissie in de Gouvernements Courant gepubliceerd, luidende als volgt:
Na een nauwkeurig onderzoek en overweging van het door de kapitein en zijn officieren afgelegde getuigenis, zijn wij van gevoelen dat het verlies van het vaartuig toe te schrijven is aan het verzuim van de gezagvoerder, in het niet gebruik maken van zijn lood, na zich voorgenomen te hebben zo dicht aan de wal te blijven. Ook moet hij geblameerd worden dat hij zich verlaten heeft op de diepten zo als die opgegeven zijn in een onvolledige kaart.
De verklaring van de kapitein houdt in dat op de 14e januari te vier uur het schip zestien mijlen van wal was. De wind woei uit het ZW. en het schip stond NW½ W. Te half zeven stiet het op wat men vermoedde een zandbank te zijn omtrent 6 of 7 mijlen van wal, trachtte over stag te gaan maar kon niet; er was een voet water in het ruim. Naderhand raakte het over en kwam tot binnen twee mijlen van wal, waar het op de rotsen vast raakte. Geen de minste branding kon worden bespeurd. Beide loodsen waren op het dek, maar dachten het onnodig te peilen omdat naar Norrie’s Algemene kaart van de Kust er 26 vademen water zijn moest. De zon was nog op toen het schip stiet. De verklaring van de eerste stuurman K. Stobbe komt hoofdzakelijk op hetzelfde neer. De tweede stuurman S.J. Bakker had de wacht onder en wist er niets van. De derde stuurman B. Hoeghuyt Zijlstra had met de eerste stuurman de kaart geraadpleegd, had de kleur van het water niet zien veranderen, geen branding gezien en gedacht dat zij ver genoeg van wal waren en er geen gevaar was.
Anne-Rieke van Schaik
18 May 2021 12:27:26
20 Jan 2022 13:26:17