(Salutation at the bottom of the letter:) Den heer J.F.A. Cateau van Rosevelt te Paramaribo

Paramaribo 12 febr(uari) 1884

Wel(edele) heer!
Naar aanleiding van het door u aan ons gerichte schrijven van 16 oct(ober) T.P. (sic) hebben wij het genoegen u mede te deelen dat uwe naar ons toevertrouwde kaart ter opzending naar de tentoonstelling te Amsterdam, per de Hollandia naar herwaarts is verscheept en ze u dus binnenkort weer ter hand gesteld zal kunnen worden. De mede ontvangen toelichtende nota zal uw (...) hiernevens gevoegd vinden.
Wij laten hier verder volgen extract uit eene missive van de koloniale afdeeling der tentoonstelling 2 jan(uari) j(ongstleden), waardoor reeds rechtmatiger grieven zeker grootendeels zullen zijn weggenomen en waaruit nochtans met zekerheid blijken kan dat in eener onze commissie geenerlei verwijt kan treffen.

Extract
''De kaart van den heer J. Cateau van Rosevelt is evenals die van den heer W.L. Loth bekoorlijk tentoongesteld geweest en heeft door hare voortreffelijkheid veler aandacht getrokken.
Zij had in de eerste klasse van onzer catalogus moeten worden vermeld, welke klasse echter, toen de beschrijving der Surinaamsche inzendingen door ons in het laatste van maart j(ongstleden) ontvangen werd, reeds was afgedrukt, zoodat zij daarin toen als de kaart van den heer Loth niet meer konden worden opgenomen.
De heer P.J. Veth, hoogleraar te Leiden, redacteur van onzer catalogus, stelde zich zoo voor beide kaarten te bespreken in het eventueel uit te geven supplement op den catalogus onzer afdeeling. Doch dit supplement is tot ons leedmogen door verschillende omstandigheden in dezen gebleven.''
''De jury der eerste groep heeft, uitgaande van het beginsel dat de eigenaars en niet de vervaardigers der ingezonden zaken moesten worden bekroond, een eere diploma toegekend aan het Ministerie van Koloniën, voornamelijk, - zoo niet uitsluitend –, om het eveneens door dit Ministerie ingezonden exemplaar der kaart van de heeren Cateau van Rosevelt en Van Lansberge (1° Klasse. N. 48 van onzen catalogus).''
''Bij ons (…) aan der Minister van Koloniën zullen wij Zijnen Excellenties aandacht hierop vestigen en het verzoek doen, dat van regeringswege aan den heer Cateau van Rosevelt moge worden medegedeeld, dat het Ministerie wegens de door hem en den heer Van Lansberge vervaardigde kaart met een eere diploma is bekroond.''
''Intusschen zouden wij u hierbij (…) de bij der kaart behoorende nota en het aan u gerigte schrijven (...) 16 dec(ember) j(onstleden) van den heer van Rosevelt, wiens grieven, gelijk u uit het bovengezegde blijkt, niet gegrond zijn. In elk geval wenschen wij aan te stippen dat wij geen invloed hebben kunnen en mogen uitoefenen op de beslissingen der jury, noch op de beginselen, daar welke deze zich daarbij liet leiden.'' ''Voorts enz.''

''De koloniale afdeeling der internationale koloniale en uitvoerhandel tentoonstelling te Amsterdam in 1883. get(eekend) W.P. Pels (...) secretaris''

De commissie van naar opgemelde tentoonstelling te Paramaribo (signed:) Schimmelpenninck van der Oye, voorz(itter) (...), ondervoorz(itter) en (...).