(fol. 103)
Van Bantam onder dato 17 meij 1742.
(...) Sondag 27. Met vroeg schaffen ging ik met de schuijt en boot benevens den kaartemaker na de west kant van de baaij langs de wal van de negorij Boton en Borneij en so vervolgens om d(e) zuijd en de bevonde neetjes (sic) strekking in dieptens langs de wal heen, so als het kleijne papiere kaartje seer wel aanwijst

(fol. 104)
Van Bantam onder dato 17 meij 1742.
so dat wij geen verschil ontwaarden komende tegens den avond weder aan boort.
(...) Woensdag 30. Wagten na de brieff van de Pangerangs ligten anker zeijlen midden in de bogt en komen aldaar op 23½ vaam stek (sic) omtrent een meijl van de wal ten anker en bevonden de bogt wel een mijl wijder te zijn als de kaart aanwijst so dat de heele oostkant van de bogt wel 4 minuten noordlijker legt volgens

(fol. 105)
Van Bantam onder dato 17 meij 1742.
volgens de peijling van Krakatoum en Slebezee, wel overeenkomende met de verwijdering van de bogt, gelijk de hier nevens gaande kaart volgens verbetering nader vertoond.
Donderdag 31. Met lumieren van den dag quam een vrouw met een afgesante van den Pangerang Carta Dilago aan boort mede brengende een brieff aan de Hooge Regeering, kort daar na ging den opperstuurman met de kaartemaker met de schuijt om d(e) oost kant van de bogt aftepijlen, bevonden van boord afgaande van 23½ opdrogende tot 10 vaam stek (sic) en so vervolgens de wal langs van 10, 11, 13, 15 tot 37 a 38 vaam van de negorij Zarankandang (sic) tot voor de negorij Bloe en doen gront of omtrent 14 mijl de wal langs tot gem. negorij daar een kleijn steen rifje afstrekt, dat in de klijne papiere caart niet bekent staat en wel 3/8 mijl van de wal strekt. (...)